Een ETF is een mandje beleggingen dat het koersverloop van een bepaalde beursindex volgt. Omdat ETF’s de index volgen, noemt men het indexbeleggen. De filosofie achter indexbeleggen is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat traditionele beleggingsfondsen vaak een slechter rendement halen dan de index.
Een ETF (ook wel ‘tracker’ of ‘indextracker’) is het beste te vergelijken met een beleggingsfonds. Zie het als een mandje met aandelen of obligaties. Het mandje van de ETF bestaat uit exact dezelfde beleggingen als de index in precies dezelfde verhouding. Als de index stijgt of daalt, beweegt het mandje beleggingen van de ETF precies in dezelfde richting mee. Op die manier volgt de ETF het koersverloop van de index. We noemen dit ook wel fysieke ETF’s.
Neem als voorbeeld een AEX ETF. Deze ETF bestaat uit de 25 aandelen van de Nederlandse AEX Index. Stijgt de AEX Index met 5%, dan stijgt de AEX ETF ook met 5%. Daalt de AEX Index, dan daalt ook de AEX ETF. U hoeft dus niet zelf alle aandelen uit de index meer te kopen om in de AEX te beleggen.
Naast fysieke ETF’s zijn er ook synthetische ETF’s. Die werken niet met een mandje onderliggende beleggingen. In plaats daarvan wordt met derivatencontracten het rendement van de index nagebootst. Vanwege deze relatief ingewikkelde structuur neemt de populariteit van synthetische ETF’s al een paar jaar af.
ETF’s vertonen veel overeenkomsten met beleggingsfondsen. Toch zijn er een aantal belangrijke verschillen:
De eerste, succesvolle lancering van een ETF vond plaats in 1993. State Street Global Investors introduceerde de SPDR S&P 500 ETF. Deze ETF volgde de bekende Amerikaanse S&P 500 index. Tot op de dag van vandaag is dit nog steeds een van de grootste en meest verhandelde ETF’s ter wereld.
De letters ETF staan voor (E)xchange (T)raded (F)und. Exchange Traded betekent ‘verhandeld op de beurs’. Een ETF kan – net zoals een regulier aandeel – gedurende de openingstijden van de beurs worden aangekocht of verkocht. Fund staat voor ‘fonds’, ofwel beleggingsfonds. Net als een beleggingsfonds bestaat een ETF uit een mandje van verschillende soorten beleggingen.
Sinds de eerste ETF in 1993 is de populariteit enorm toegenomen. Eind 2009 bereikte het totale belegd vermogen in ETF’s de grens van 1.000 miljard dollar. Eind 2018 stond de teller op bijna 4.700 miljard dollar. Ook het aanbod in ETF’s is gigantisch toegenomen. Inmiddels zijn er bijna 7.000 verschillende ETF’s om uit te kiezen. Enige kennis en kunde is daarom noodzakelijk bij het beleggen in ETF’s.
“Talking about ETFs is like talking about people. There are good ones, and there are bad ones.”
ETF’s zijn er in alle soorten en maten. We kunnen ETF’s indelen in een aantal verschillende categorieën. Per categorie worden een aantal voorbeelden genoemd.
Door de jaren heen zijn veel verschillende aanbieders van ETF’s op de markt gekomen. Dit zorgt enerzijds voor een groot aanbod en genoeg vergelijkingsmateriaal. Aan de andere kant wordt het hierdoor ook steeds lastiger om een geschikte aanbieder en ETF te kiezen. De bekendste en grootste aanbieders op de Europese ETF-markt zijn iShares, Vanguard, SPDR, Lyxor, UBS, Amundi en DWS.
ETF’s zijn niet voor niets enorm populair geworden. Zowel beginnende als professionele beleggers erkennen de vele voordelen van ETF’s.
Het voornaamste nadeel van ETF’s is dat het rendement in de regel nooit hoger wordt dan de index. Als belegger geef je de kans op om de index te verslaan. Bij synthetische ETF’s loopt een belegger tegenpartijrisico wanneer de tegenpartij het beloofde rendement niet kan leveren.
Tot slot bestaat het risico dat het rendement van de ETF te ver achterblijft bij de index die wordt gevolgd. Oorzaken hiervoor zijn vaak kosten en verschillen in samenstelling van de onderliggende beleggingen. Het verschil in rendement tussen de ETF en de index wordt de tracking error of tracking difference genoemd.
Omdat de ETF-industrie enorm is gegroeid, beweren ETF-criticasters dat het een mogelijk systematisch risico vormt voor de financiële markten. Mogelijk zouden ETF’s voor een aandelenbubbel gaan zorgen.
Maar hard bewijs hiervoor bestaat niet. Het lijkt eerder een kwestie van hoge bomen vangen veel wind. De kritiek komt dan ook – niet opvallend – uit de hoek van de actieve beleggers, die de afgelopen jaren flink te duchten hebben onder het succes van ETF’s.
“Blaming a stock bubble on ETF’s is like blaming MP3’s for Nickelback or One Direction.”
De kosten van ETF’s zijn onder te verdelen in doorlopende kosten en eenmalige kosten. De doorlopende kosten worden automatisch in de koers van het product verwerkt.
Om zelf te beleggen in ETF’s heb je een beleggingsrekening nodig bij een broker of bank. Voorbeelden hiervan zijn BinckBank, ING, ABN, DEGIRO en Lynx. Vervolgens kun je zelf aan- en verkooporders inleggen.
Besluit je jouw geld te laten beleggen, dan kan dit ook in ETF’s. Veel professionele vermogensbeheerders maken tegenwoordig gebruik van ETF’s.
Eén keer per maand sturen we je onze nieuwsbrief met het laatste beleggingsnieuws, tips & tricks en gratis e-books.
Door uw gegevens in te vullen, kan Axento u benaderen voor marketingdoeleinden.
Afmelden kan eenvoudig via info@axento.nl